Skip content en ga naar navigatie

Interview met Kassem Aina

05sep2012

adpm

Op zoek naar vrede, rechtvaardigheid en vrijheid: een interview met Kassem Aina door Marco Di Donato

"Na dertig jaar vervaagt de hoop...” Kassem Aina: "We kunnen zo niet doorgaan, het leven in het vluchtelingenkamp is heel moeilijk." Ik zit recht tegenover één van de wereldleiders van de Palestijnse solidariteit om het bloedbad van Sabra en Shatila te herdenken.

Ik antwoord dat ik me bewust ben van de moeilijke en barre levensomstandigheden, want in januari bezocht ik Nahr el-Bared en Burj el-Barajnieh (vluchtelingenkampen in respectievelijk de omgeving van Tripoli en de voorsteden van Beiroet, nvdr).

Kassem kijkt me aan met een wrange glimlach: "Als je Shatila niet gezien hebt...".

Met slechts één zin vernietigt hij mijn zekerheden: "Dertig jaar na het bloedbad... is er nog niets veranderd."

Hij pauzeert, haalt diep adem en geeft dan toe: "De Palestijnen leven er vandaag de dag misschien wel in ergere omstandigheden dan gisteren. In sommige huizen in het Shatila-kamp zien ze niet eens het zonlicht. Maar het is nutteloos om het te beschrijven. Je zal het zelf wel zien...".

Samen met Kassem Aina neem ik die verschrikkelijke dag als uitgangspunt om te begrijpen hoe de vluchtelingen in Libanon nu leven. Om te begrijpen in welke richting de Palestijnse politiek gaat.

De eerste vraag is heel logisch: Waarom besloten de Palestijnen om de Libanese burgeroorlog te voeren? Arafat verklaarde zich toch neutraal?

"Het was onmogelijk om neutraal te blijven in een situatie die niet toegestaan is. Je moest kiezen tussen de kant van Kamal Jumblatt (leider van de Nationale Beweging, een moslimbeweging tijdens de Libanese burgeroorlog, nvdr.) of de christelijke bondgenoten van Israël. Wij, zoals je zelf zult begrijpen, maakten de voor de hand liggende keuze."

Een keuze met desastreuze gevolgen, zo bleek in september 1982. Honderden gewapende mannen vielen toen binnen in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila en doodden iedereen die ze konden vinden. Duizenden vrouwen, kinderen en mannen vielen onder hun slagen.

Uitdagend beweer ik dat sommige bronnen melden dat de sjiieten uit het zuiden ook deelnamen aan de raid van het kamp.

Het antwoord komt snel en vriendelijk: "Ik sluit dat categoriek uit. Als Palestijnen hadden we problemen met Amal (organisatie die streeft naar de emancipatie van sjiieten in Libanon, nvdr.). Maar niet in 1982. Of tenminste nog niet."

Het gesprek gaat onvermijdelijk over naar Israël. Aina erkent dat de Israëli’s niet rechtstreeks hebben deelgenomen aan de massamoord, maar wel handelden als 'toezichthouders'. Vandaag de dag weten we allemaal dat het de Falangisten (leden van de Oosters-Katholieke Phalange-partij, nvdr.) waren, geholpen door de Israëli’s. Sharon en zijn troepen werden geplaatst op een heuvel met uitzicht op de huidige ambassade van Koeweit. Van daaruit konden ze alles zien wat er gebeurde in het veld."

In feite speelden volgens sommige reconstructies de Israëli’s een andere rol dan de falangisten, die beschouwd worden als de ware ‘moordenaars van het veld'. De troepen onder bevel van de jonge Ariel Sharon waren beperkt tot het verstrekken van logistieke en technische ondersteuning, door nachtverlichting ter beschikking te stellen en door het controleren van de vluchtwegen.

Zijn de Libanezen dan ook niet verantwoordelijk voor uw lot?

Aina kijkt me aan met een beminnelijke zekerheid en zegt: "Zeker door het feit dat we gediscrimineerd worden en niet in staat zijn bepaalde beroepen uit te oefenen. Zo bestraffen ze ons. Maar ik denk dat de echte kwestie het recht op terugkeer is en dit gerelateerd is aan de bezetting door de Israëli’s."

Dus de Libanezen en Israëli’s trekken niet aan hetzelfde zeel, maar zijn wel twee partijen, hoewel verschillend, die een vorm van onderdrukking en discriminatie uitoefenen die wordt genegeerd.

Israël is de 'absolute vijand', maar een deel van de Libanese samenleving en politiek blijft de Palestijnen dagelijks discrimineren. Tussen vernedering en onderdrukking in.

De onderdrukking is zo sterk dat Aina een zin, die ik elders heb gehoord onder de Palestijnse vluchtelingen in Libanon, herhaalt: "Het is beter om te leven onder de bezetting, dan te leven in deze omstandigheden in Libanon."

Het echte punt is nu duidelijk: het recht op terugkeer. "Terugkeer is een onvervreemdbaar en niet-verhandelbaar recht." Dat staat geschreven op een kleine sticker op één van de meubels die ons omringen als wij verder praten.

Maar, vraag ik, hoe is het mogelijk voor miljoenen Palestijnse vluchtelingen verspreid over de hele wereld terug te keren naar dorpen en huizen die niet meer bestaan?

"Weet je, het recht op terugkeer is een ideologische kwestie. Ik wil en vraag luid voor de erkenning van het Palestijnse recht op terugkeer. Pas als ons lijden zal worden erkend en we de noodzakelijke compensatie voor al die jaren ballingschap hebben ontvangen, zal ik me als Palestijn vrij voelen en klaar om te beslissen."

"Ik kan dan beslissen om terug te keren naar Palestina of om naar Zwitserland te gaan, maar het zal mijn keuze zijn en niet iets wat mij opgelegd werd en beslist door anderen."

Het zijn de woorden van een man die gevochten heeft en zal blijven vechten. Iemand die bereid is om alles te geven om terug te kunnen keren naar zijn vaderland. Maar is hij ook iemand die bereid zou zijn om terug te keren naar een staat waar Israëli’s en Palestijnen samenleven?

"Natuurlijk ben ik voor. Op voorwaarde dat dit land democratisch is. Tot op heden kan de Westelijke Jordaanoever niet als een echte staat functioneren als gevolg van de nederzettingen en omdat het fysiek gescheiden is van de Gazastrook. Ik zou geen problemen hebben om te leven in zo’n staat. Maar nogmaals: op voorwaarde dat ze democratisch is, dat er geen discriminatie is, maar gelijke rechten voor alle burgers."

En wat zijn de voorwaarden voor de huidige Palestijnse burgers, van de mensen in de kampen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook?

"Ik zal het je eerlijk zeggen: zonder een oplossing voor de vluchtelingen zal het onmogelijk zijn om vrede te bereiken met onze vijanden."

En hoe zit het met de Palestijnse politiek?

"Nooit eerder draaide het om geld zoals nu. Zowel rechts als links, van de islamisten tot de communisten. Toen ik jong was, verdiende een vechter van Fatah ongeveer 8 dinars per week. Hiermee kon hij in het weekend naar de film gaan. Vandaag is de eerste vraag die een jonge man stelt bij het benaderen van een partij: “hoeveel betaal je per maand?”. Zo is het moeilijk om samen een resultaat te bereiken.”

"De Palestijnse politiek is sterk gepolariseerd rond de binomiale Hamas-Fatah in Palestina, zowel in Palestina als in de kampen. Van een linkerzijde is totaal geen sprake. Abu Mazen (beter bekend als Mahmoud Abbas, tot voor kort leider van Fatah, nvdr.) heeft het moqawama-project (het Islamitische verzet in Libanon, nvdr.) opgegeven en Hamas is een afgesloten hoofdstuk in Gaza.”

“Toch moeten we erkennen dat de meerderheid van de bevolking ofwel voor de ene of de andere kant is, Hamas (en de coalitie van acht partijen buiten de PLO) en Fatah (de PLO en de Palestijnse partijen). Wij proberen er gewoon te overleven."

Misschien is dit ook de reden waarom Kassem Aina is de hoop aan het verliezen is.

Het lijkt een man die gedesillusioneerd is door de 'goedheid' van de politiek, maar blijft geloven in verzet, in "justitie, vrijheid en vrede". Dit is het motto van Assomud en dit is wat ik hoop voor het Palestijnse volk.

Ik ben verbaasd, misschien zelfs naïef, dat Aina geen hoop vindt in de nieuwe geopolitieke omstandigheden, vooral in de nasleep van de Arabische opstanden.

"Ik heb geen vertrouwen in regeringen van religieuze aard. Natuurlijk is de grensovergang bij Rafah nu gratis en kan je dus vrij naar Egypte gaan. Maar sinds de val van Moebarak en Ben Ali staat de Palestijnse kwestie niet meer op de diplomatieke agenda's van de grote mogendheden. De projecten voor ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie zijn nu veel meer gericht op Syrië, Egypte, Tunesië en Libië."

Welke nieuwe wending wens je in de Palestijnse politiek?

"Een hervorming van de PLO (Palestijnse Bevrijdings Organisatie, nvdr.). Ik zie de PLO is als een lichaam zonder ziel en zonder bloed. Te lang is Fatah geïdentificeerd met de PLO en omgekeerd. Vandaag moet de PLO echter alle Palestijnen vertegenwoordigen. Dat moet ook Fatah, als één van de vele leden van de PLO, samen met de Islamitische Jihad, bijvoorbeeld. Als de PLO alle Palestijnen vertegenwoordigt, dan moeten alle Palestijnen in staat zijn om gelijke toegang te hebben in termen van politieke vertegenwoordiging."

Je zou kunnen zeggen dat de veroordeling van de Israëlische bezetting en de gevolgen daarvan een sterke kritiek op de Palestijnse politiek en haar vertegenwoordigers combineert. Wie zou winnen als je vandaag gaat stemmen in de Palestijnse gebieden?

"Daar kan ik geen antwoord op geven, maar persoonlijk hoop ik dat het noch Hamas noch Fatah zal zijn. Ik hoop dat het Palestijnse volk in staat is om een alternatief naar voor te schuiven voor deze polarisatie. Ik hoop dat diegene die wint tot nu toe stil gebleven is."

Bron: www.osservatorioiraq.it

Geef een reactie

Ello tweets

Schrijf je nu in op de Ello-nieuwsbrief
Sluiten

Zo ben je helemaal mee met

  • Ello-nieuwtjes
  • Projectupdates
  • Concrete resultaten