Niet minder dan 17,21%. Zoveel van de Ello-winst gaat naar de duurzame toegang tot water en hygiëne in Guinee-Bissau dankzij Bevrijde Wereld. Ondertussen al goed voor 16.676 euro. Maar wie is Bevrijde Wereld precies? Ello trok op onderzoek en nam een kijkje achter de schermen.
Kan je eens kort uitleggen wat Bevrijde Wereld precies is?
“Kort samengevat is Bevrijde Wereld een NGO in ontwikkelingssamenwerking. We bestaan ongeveer al 45 jaar. Sinds de jaren ’70 zitten we hier in Sint-Niklaas.
Concreet werken wij aan de verbetering van voedselzekerheid in het Zuiden. Voor 2/3 in West-Afrika en voor de rest in de Filippijnen en in Bolivia. We kiezen er bewust voor ons te richten naar de armste streken in plattelandsgebieden. Hiervoor werken we altijd via lokale partnerorganisaties, die samen met de bevolking werken aan concrete verbeteringen. Je leert elkaar kennen, ontdekt elkaars sterktes en zwaktes en bouwt zo een vertrouwensrelatie op lange termijn uit. Uit ervaring merken we dat deze manier van werken het duurzaamste resultaat oplevert. Je laat de mensen niet alleen zelf de touwtjes in handen nemen, je geeft hen ook het vertrouwen. Hetgeen de projecten alleen maar ten goede komt.”
Denken jullie wel eens aan uitbreiden?
“Niet meteen. Uitbreiden wil meestal zeggen uitbreiden in middelen. Dus veel hangt af van de overheid. In de Filippijnen alleen al kunnen wij maar 5 van de 30 partners waarmee wij samenwerken ondersteunen. Daar komt nog eens bij dat wij actief zijn in landen waar genoeg noden bestaan die absolute prioriteit vereisen. En al bij al is ons werkveld in oppervlakte al zo groot als Europa. Werk genoeg dus.”
Hoe kiezen jullie deze partnerorganisaties?
“De lokale partnerorganisaties moeten aan enkele criteria voldoen als ze in aanmerking willen komen voor ondersteuning door Bevrijde Wereld. Eerst en vooral moeten zij “werken aan voedselzekerheid” als hoofddoel hebben. Veel NGO’s hebben andere, prominentere doelen zoals onderwijs bijvoorbeeld. Zonder deuren te willen sluiten, verwachten we dat de organisaties de we gaan steunen toch min of meer hetzelfde doel nastreven. Daarna kijken we naar hun noden. Zijn ze actief in arme regio’s? Hebben ze goede plannen? Dat zijn doorslaggevende argumenten om met een bepaalde NGO in zee te gaan. Ook de capaciteit van de organisatie is van belang. Een sterke, goed beheerde NGO krijgt altijd voorrang. Met onze know-how helpen wij hen geregeld hoe ze hun capaciteit nog beter kunnen uitbouwen. Ten slotte vinden we het belangrijk dat de lokale NGO aansluiting zoekt tot netwerken actief binnen dezelfde materie en deze contacten ook zo zelfstandig mogelijk uitbouwt. Dat leidt geregeld tot nieuwe en interessante invalshoeken, ook voor Bevrijde Wereld.”
Hoe verloopt zo’n samenwerking precies?
“De lokale partners zorgen voor de uitvoering op het terrein, samen met de dorpsgemeenschap. Wij staan in voor de technische expertise, de know-how en de middelen.
Het is dus de taak van de partner om de projecten van begin tot einde te begeleiden. Een project start met de verkenning en de bewustmaking in het dorp. Dan stelt de NGO samen met hen een plan op. Dit is niet altijd even simpel omdat het grootste deel van de dorpsgemeenschap analfabeet is. Daarom wordt alles in de vorm van tekeningen vertaald en uitgelegd op een plattegrond van het dorp. We merken heel vaak dat de mensen bijzonder participatief zijn eens ze weten wat er te gebeuren staat. Bovendien verrast het me keer op keer te zien hoe mondig ze over de plannen zijn. Iedereen praat er over en geeft ook zijn mening.”
Zorgt dat niet voor verschuivingen binnen de machtsverhoudingen?
“Toch wel. Het is bijvoorbeeld zo dat door het aanleggen waterputten vrouwen van het dorp meer tijd krijgen voor andere zaken. De rolverdeling tussen man en vrouw wordt daardoor wat genivelleerd, maar dat zorgt niet voor grote problemen. We schenken er in West-Afrika wel extra aandacht aan, want een betere participatie van vrouwen verhoogt de slaagkansen van een project aanzienlijk. Dat komt doordat zij vaak de drijfveer zijn achter de ontwikkeling van zaken die cultureel belangrijk zijn zoals onderwijs en gezondheid. Onze aanpak stimuleert de dorpsgemeenschap om ook zelf initiatief te nemen. Zo stappen ze zelf naar ons met plannen of richten ze zich makkelijker naar lokale overheden wanneer er bijvoorbeeld een brug in de buurt hersteld moet worden. Soms zien we zelfs mensen vanuit de boerengemeenschap doorgroeien naar de politiek. Dat is iets wat we alleen maar kunnen toejuichen. Het is het beste bewijs dat onze aanpak op termijn loont.”
Kiezen jullie voedselzekerheid als thema om jullie te differentiëren van andere NGO’s?
“Die wedijver naar subsidies van NGO’s is een doembeeld dat leeft bij veel mensen. Het is wel zo dat er erg veel NGO’s actief zijn in België: in totaal zijn er een honderdtal erkend door de overheid. Maar daar staat tegenover dat er ook enorm veel noden zijn en het werkterrein ook groot is. Elke NGO doet een deel van het werk, zonder dat er al te veel overlappingen zijn.
Ook de overheid stimuleert deze vorm van specialisatie. Als je standpunten wil innemen en bij hen gaan lobbyen, lukt dat het best als je je focust op één terrein.”
Hebben jullie ook binnenlandse initiatieven?
“Ja hoor. In België hebben we afzonderlijke programma’s gericht naar kinderen, jongeren en volwassenen. Zo hebben we voor kinderen een specifiek leertraject uitgestippeld. Dat begint op school met de wereldklassen. Vervolgens nodigen we ze uit, hier in het inleefatelier. Het doel is hen een correcter beeld van anderen culturen mee te geven. Het positieve uit die leefwereld tegen het negatieve afwegen en de link behouden met hun eigen leefwereld. Daarna proberen we in de school de cirkel weer rond te maken.
Voor jongeren werken we samen met een organisatie die inleefreizen naar West-Afrika organiseert. Zo is er elk jaar een uitwisselingsproject met jongeren van hier en jongeren uit Senegal en Burkina Faso. Je kan bij ons ook een ruim aanbod aan lespakketten en spelletjes voor jeugdbewegingen en leerkrachten krijgen.
Voor volwassenen organiseren we regelmatig workshops en infosessies met medewerkers en vrijwilligers. Er zijn ook een aantal evenementen waar wij actief aan deelnemen. Het jaarlijkse Wereldweekend bijvoorbeeld. Dat trok vorig jaar toch zo’n 160 gemotiveerde deelnemers. Hen boden we een leuke mix tussen info, workshops en ontspanning. In september staan wij ook op het stadsfestival Villa Pace in Sint-Niklaas.
En doorheen al dat campagne voeren voor onszelf, proberen we natuurlijk ook Ello Mobile te promoten. En dat werkt. Gewoon omdat Ello een heel concrete manier is om ons te steunen. Veel mensen storten niet graag maandelijks gewoon wat geld op onze rekening. Maar met een Ello gsm-abonnement kunnen ze veel gemakkelijker dat engagement opnemen. En daar worden we allebei beter van...”